Zeevaart

Van links naar rechts Gerard Baks (ILS), Albert van Damme (CNV Vakmensen), Niek Stam (FNV Havens), Allard Castelein (Havenbedrijf Rotterdam), Jasper Hooykaas (ECT), Pieter den Hartog (APM Terminals), Ronald Lugthart (RWG), Hans Vervat (Matrans, Unilash). Op de achtergrond kaderleden van de vakbonden en medewerkers van de verschillende bedrijven.

Binnen de chemische industrie is het vaak van groot belang om zuivere grondstoffen te gebruiken. Hoe hoger de zuiverheid van de chemicaliën, des te beter de kwaliteit van het eindproduct. Een van de veelvoorkomende technieken om een mengsel van chemicaliën te scheiden is destillatie. De scheiding komt tot stand doordat een van de componenten tot zijn kookpunt wordt gebracht en dan als damp wordt afgevoerd. Scheiding van een mengsel door een component tot onder het vriespunt af te koelen, kristalliseren, is echter veelal energiezuiniger en daarmee goedkoper. Kristallisatie levert bovendien een hogere mate van zuiverheid. Na de kristallisatie moeten de verkregen kristallen nog gescheiden worden van de moederloog.

Innovatieve techniek van TNO

SoliQz biedt daar een innovatieve oplossing voor. De installaties van SoliQz zuiveren chemicaliën op basis van kristallisatie en de ‘Hydraulic Wash Column’ (HWC). Met deze technologie, ontwikkeld door TNO, worden de laatste onzuiverheden van de chemicaliën middels hydraulische druk verwijderd. Hiermee kunnen chemicaliën tot een zuiverheidsgraad van 99,9 procent gebracht worden. Daarbij wordt minimaal 20 procent en maximaal 90 procent minder energie verbruikt ten opzichte van destillatie.

Kleinschalige pilots

Afgelopen jaren hebben TNO en later SoliQz, een spin-off van TNO, meer dan vijftig kleinschalige pilots voor klanten gedaan en twee (semi) commerciële installaties geleverd. Inmiddels is de technologie rijp voor grootschalige commerciële lancering en gaan de deuren open in PlantOne. De proefinstallatie is tot stand gekomen dankzij investeringen van het Amerikaanse bedrijf Armstrong Chemtec.

Op locatie geïnstalleerd

Een groot voordeel van de HWC-technologie is dat het goed schaalbaar is. In PlantOne zullen dus de haalbaarheidsonderzoeken in het laboratorium plaatsvinden, net als de validatietesten in de pilot-opstelling. Daarna kunnen dan de zuiveringsinstallaties op volledige industriële schaal en volledig afgestemd op de behoeften van de klant bij klanten gebouwd en ingezet worden.

Dicht op de klant

“PlantOne is voor ons een toplocatie”, aldus SoliQz-CEO Nicolaas Viets. “We kunnen niet alleen gebruik maken van de ‘paraplu-vergunningen’ die de locatie al heeft, maar ook van allerlei andere logistiek en operationele ondersteuning. Daarnaast, en minstens even belangrijk, is dat we hiermee dicht op onze klanten, de uitgebreide petrochemische industrie van Rotterdam, zitten.”

“Wij voelen ons door deze cijfers en de achterliggende inschatting van de logistieke experts gesterkt in ons beleid. Deze dynamiek is de beloning van onze inspanningen ten behoeve van een uiterst moderne goederenoverslaglocatie, die op actieve wijze uitstekende randvoorwaarden schept voor de kwaliteit van het goederenverkeer voor alle deelnemers aan de totale supply-chain“, aldus Allard Castelein, algemeen directeur van de haven van Rotterdam in een reactie op de cijfers. “Onze dynamiek en ons innovatiepotentieel zijn niet gestopt bij Maasvlakte II“.

Innovatiemotor

Op diverse gebieden bewijst de haven van Rotterdam zijn dynamiek – zowel bij de vormgeving van de logistieke toekomst als van de dagelijkse logistieke praktijk. Zodoende fungeert de haven als innovatie- en industriecluster – hetzij bij de samenwerking met startups, hetzij met moderne industrieën, bijvoorbeeld op het gebied van chemie of als een van de belangrijkste clusters voor LNG.
De haven werkt continu aan zijn interne infrastructuur als dynamische goederenoverslaglocatie. De containerterminals van APM, RWG en ECT op de Maasvlakte zijn hier reeds in hoge mate geautomatiseerd, zodat grote delen van het proces onbemand worden uitgevoerd. De haven van Rotterdam experimenteert op innovatieve wijze met gekoppelde netwerken van kadefaciliteiten.
De vormgeving van de digitale informatiestroom speelt hierbij een even belangrijke rol als het daadwerkelijke goederenverkeer. Talrijke tools helpen alle partners, verladers, logistici, reders en expediteurs binnen de gehele supply-chain bij de planning en uitvoering van het goederenverkeer. De haven van Rotterdam werkt ook met het oog op de toekomst mee aan de ontwikkeling van aanvullende tools.
Ook voor wat betreft de uitbouw van de belangrijke verbindingen met het achterland blijft de haven van Rotterdam niet achter. Onlangs nog werd door partners de eerste spoorverbinding China-Rotterdam gerealiseerd. Ook binnen Europa en Duitsland wordt gewerkt aan het openstellen van nieuwe verbindingen.

Over de SCI/Logistieke barometer

De SCI/Logistieke barometer is een regelmatig opgestelde indicator die de huidige en toekomstige economische situatie binnen de branche weergeeft. In juni 2003 begon de barometer met een enquête onder 200 ondernemingen binnen de logistiekbranche die representatief waren voor wat betreft grootte, producten en verdere indicatoren.

Het Kabinet bevestigt met deze brief dat gericht beleid voor de mainport Rotterdam nodig is en dat naast het behouden van de hubfunctie en vitale achterlandverbindingen, samenwerking met andere economische regio’s en het adresseren van nieuwe opgaven nodig is. Daarbij noemt de minister expliciet de energietransitie en digitalisering, twee zaken die het Havenbedrijf ook als de grote uitdagingen voor de toekomst ziet.

Foto: Een vergelijkbare fabriek van Enerkem in Canada

Met deze stap breekt een nieuwe fase aan, waarin gezamenlijk gewerkt gaat worden aan de optimalisatie en volledige haalbaarheid van de business case. Daarvoor moet keuze gemaakt worden voor de exacte locatie binnen het Rotterdamse havencomplex en tevens wordt er gestart met het aanvragen van de benodigde vergunningen. Deze fase moet in de eerste helft van 2017 leiden tot een definitief besluit over de realisatie van de fabriek.

De nieuwe grondstoffenfabriek is gebaseerd op een technologie van het Canadese Enerkem. Restafval wordt via een specifiek vergassingsproces omgezet in synthesegas en methanol, een basisgrondstof voor de chemische sector. Methanol kan vervolgens worden omgezet in onder meer azijnzuur (voor bijvoorbeeld vezels en lijmen), verdikkingsmiddelen en dimethylether (schone drijfgassen). Deze stoffen worden nu nog vrijwel volledig uit fossiele bronnen gemaakt, waarvoor de geplande fabriek dus een duurzaam alternatief biedt.

De technologie is de afgelopen 15 jaar uitgebreid getest en doorontwikkeld. Een fabriek op commerciële schaal is sinds 2015 in bedrijf in Edmonton, Canada, en is onlangs gecertificeerd volgens de International Sustainability and Carbon Certification (ISCC).

Als het consortium in 2017 over gaat tot de daadwerkelijke realisatie en bouw van de waste-2-chemicals fabriek is dit een nieuwe en belangrijke stap in de transitie naar een duurzame en circulaire manier van produceren in het Rotterdamse havengebied. Het project past naadloos binnen de ambitieuze plannen binnen het Rijksbrede programma Circulaire Economie die Staatssecretaris Dijksma onlangs aan de Tweede Kamer stuurde. Het consortium ziet de waste-2-chemicals technologie als een toevoeging aan de bestaande recycling technieken. Bij de transitie naar een circulaire economie is, naast bronscheiding van afval en de conventionele recycling die we nu al kennen, de stap naar chemische recycling van groot belang.

Met het Enerkem-proces wordt uit specifieke (rest)afvalstromen hoogwaardige grondstoffen teruggewonnen, naast (duurzame) energie wat nu ook al kan met de moderne waste-2-energy processen. Chemische recycling zal naar verwachting van het consortium in de komende jaren steeds belangrijker worden, zowel vanwege de complexere producten die gerecycled moeten worden als door de steeds hogere eisen aan secundaire grondstoffen. Met de hoogwaardige grondstoffen die worden geproduceerd is deze technologie een verbijzondering van de recyclingstap binnen de “Ladder van Lansink” die het huidige traject van afval naar grondstof naar een volgend kwaliteitsniveau tilt.
 
Gezamelijk persbericht namens AkzoNobel, Van Gansewinkel, Air Liquide, AVR, Enerkem, Havenbedrijf Rotterdam, gemeente Rotterdam, provincie Zuid-Holland, InnovationQuarter en Clean Tech Delta.

De ondertekening van de verklaring is een belangrijke stap in de transitie van stookolie naar LNG als brandstof voor de scheepvaart, een van de speerpunten van het Havenbedrijf Rotterdam. Roland van Assche, manager Massagoed en scheepvaart: “De Rotterdamse LNG-haven is volop in ontwikkeling. Dit jaar heeft de Ternsund als eerste zeeschip LNG kunnen bunkeren in Rotterdam; eind van het jaar opent de Gate terminal een derde LNG ligplaats die gebruikt wordt voor het laden van LNG bunkerbarges en volgend jaar beschikken we dankzij Shell over een LNG bunkerschip. We hopen dat we veel navolging krijgen want alleen als andere havens ook LNG omarmen kunnen we slagen in onze missie. Daarom is het zo belangrijk dat naast Singapore ook maritieme naties als Japan en Korea vloeibaar aardgas omarmen.”

De conferentie belooft een veelzijdig programma rond het thema ‘Crossovers’. Op het programma staan verschillende gastsprekers, zoals Jacques Attali, de Franse economische en sociale theoreticus, schrijver en politiek adviseur. Andere toonaangevende sprekers zijn Daan Roosegaarde, Grace Sai (SGP), Maärtha Rehnberg (DNK), Peter Hall (CAN), Ronan Dantec (FRA), professor Henk Volberda en professor Maarten Hajer. De opening werd verzorgd door wethouder Adriaan Visser. Havenbedrijf-CEO Allard Castelein neemt deel aan een rondetafelgesprek en COO- Ronald Paul sluit vrijdag de conferentie af.

Inspiratie in de Rotterdamse haven

De conferentie wordt elke twee jaar ergens anders op de wereld georganiseerd; deze vijftiende editie is dus in Rotterdam. Voor de bezoekers zijn er excursies en workshops op inspirerende plekken in de Rotterdamse haven. Zo krijgen de bezoekers een kijkje achter de schermen bij het op 13 oktober te heropenen Plant One. Ook de Innovation Dock, het Port XL-kantoor, Merwe 4 Havens, de Maeslantkering en het Scheepvaart- en Transportcollege staan op het programma.

Vlog over conferentie

Bekijk hieronder het vlog van moderator Lars Sørensen voor een indruk van de conferentie.

Met de toevoeging van de ‘Bore Sea’ zal er in totaal drie keer per week vanuit Rotterdam naar het Portugese Leixoes worden gevaren en tweemaal per week naar Santander in Spanje. Met het derde schip wil CLdN inspelen op de snelle groei in de regio. Het bedrijf startte zijn eerste dienst naar Portugal eind 2013. In april dit jaar werd daaraan een tweede schip toegevoegd.


Bron: CLdN
Foto: Kenneth Karsten/Shipspotting.com

De afsluitingen vinden plaats in:

Week 42:
a) Van woensdag 19 oktober 22:00 uur tot donderdag 20 oktober 05:00 uur
Van donderdag 20 oktober 22:00 uur tot vrijdag 21 oktober 05:00 uur
b) Van woensdag 19 oktober 22:00 uur tot donderdag 20 oktober 05:00 uur
Van donderdag 20 oktober 22:00 uur tot vrijdag 21 oktober 05:00 uur

Of zoveel langer of korter dan noodzakelijk. Bij slechte weersomstandigheden kan het werk uitgesteld worden.

Omleidingen:
a) Doorgaand verkeer richting Europoort kan gebruik maken van de Botlektunnel.
Verkeer uit Hoogvliet wordt ter plaatse met gele borden omgeleid via toerit 17 (Hoogvliet) naar de A15 parallelrijbaan Rechts, af- en toerit 18 (Rotterdam-Heijplaat). (Omleidingsroute A)
Vervoer gevaarlijke stoffen (ADR), welke niet door de Botlektunnel (categorie D) mag, wordt grootschalig omgeleid via de N3, A16, A17, A59, A29, N59, N215 en N57.
b) Doorgaand verkeer richting Rotterdam kan gebruik maken van de Botlektunnel.

Het verkeer richting Hoogvliet en Pernis wordt ter plaatse met gele borden omgeleid via de Botlektunnel, A15 parallelrijbaan Rechts, af- en toerit 18 (Rotterdam-Heijplaat). (Omleidingsroute B)

Vervoer gevaarlijke stoffen (ADR), welke niet door de Botlektunnel (categorie D) mag, wordt grootschalig omgeleid via de N3, A16, A17, A59, A29, N59, N215 en N57

Het is de hoogste notering voor Nederland, sinds het WEF in 2004 begon met de Index. In 2014 stond Nederland nog achtste. “Er is een goede kans dat Nederland volgend jaar nog een plaats naar boven opschuift”, aldus de Rotterdamse hoogleraar Henk Volberda in het FD. “Een derde plaats is volgend jaar mogelijk als het WEF de methodiek wijzigt. Human capital, de dynamiek bij bedrijven en innovatiekracht zullen dan waarschijnlijk zwaarder wegen. De VS zouden dan wat kunnen zakken.”

Tweede plaats

“Zelfs een tweede plaats is mogelijk,” vervolgt Volberda in het FD. “Maar daar zijn aanvullende arbeidsmarkthervormingen voor nodig. Eveneens moet de kredietverlening aan het bedrijfsleven worden verbeterd, die nu nog een 'achillespees' is. Overheid en bedrijven zouden ook beduidend meer moeten investeren in R&D.”

Hele rapport lezen

Meer weten over de Global Competitiveness Index? Download het hele rapport.