Brexit en Port of Rotterdam

Nieuws

Met het bereiken van een scheidingsovereenkomst tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie, breekt voor het bedrijfsleven een belangrijke periode aan. Hoe zal de relatie tussen het VK en de EU er na 29 maart 2019 uit zien? Voor het haven-bedrijfsleven in Rotterdam is het van belang dat bedrijven zich zo goed mogelijk voorbereiden en veranderingen minimaal zijn. Dit vraagt een sterke inzet van het bedrijfsleven zelf, maar zeker ook van de Nederlandse overheid en de Europese Unie.

Voor Rotterdam is qua volume het Verenigd Koninkrijk na Rusland het tweede herkomstland voor de via de zee aan- en afgevoerde goederen. Na Duitsland, België en Rusland is het land vierde qua totale overslag met een klein 40 miljoen ton (8,5% van het Rotterdamse totaal). De Britse import bestaat vooral uit Shortsea: Roll-on/Roll-off (RoRo) lading, containers en natte bulk. De Britse export naar Nederland bestaat vooral uit natte bulk (met name Noordzee olie) en shortsea en RoRo lading.

De grootste bedreigingen voor de haven van Rotterdam bij een Brexit zijn de kwaliteit en capaciteit van de douane. Schattingen van de Douane Rotterdam zijn dat er per 30 maart 2019 meer dan honderd goed opgeleide extra douaniers in Rijnmond nodig zijn. Hiernaast ook nog de extra controle en inspectiepunten voor de NVWA en de nodige extra dierenartsen, wat een uitdaging gaat zijn. Dit geldt natuurlijk ook voor de douane in het VK. Daar is het ook maar de vraag of de douane capaciteit in 2019 zo veel extra declaraties kan verwerken.

Douane declaraties betekenen ook meer wachttijden met de nodige kosten voor de verladers en vervoerders, maar ook extra congestie in het havengebied. Short sea en roro terminals verwachten dat de beschikbare ruimte om de wachtende vrachtauto’s op te vangen te beperkt is en het zal een van de uitdagingen van o.a. het havenbedrijf zijn, hierin te faciliteren. Niet alleen ruimte op de terminal, mogelijk kunnen de wachttijden ook impact hebben op het gebruik van de publieke infrastructuur door lange files voor de terminal (A15).

De Nederlandse overheid moet samen met het bedrijfsleven de capaciteits- en kwaliteitsuitdagingen van de douane en infrastructuur gaan oppakken. Net zoals het voorbereiden van bedrijven op contingencyplannen om ervoor te zorgen dat de overgang zo voorspelbaar mogelijk gaat zijn.

Voor de Europese Unie is het van belang dat ze naast het capaciteitsprobleem in de onderhandelingen ook inzet op goede afstemming van de digitale infrastructuur: de IT-systemen van Nederland en het Verenigd Koninkrijk goed op elkaar moeten aansluiten. Tenslotte is het van belang dat de Europese ervoor zorgt dat er een level playing field komt. Als er afspraken worden gemaakt dan moeten deze gaan gelden tussen alle havenplaatsen op het continent en het Verenigd Koninkrijk, met dezelfde procedures.

Het is onzeker hoe de wereld er op 29 maart 2019 uitziet: is er een handelsverdrag, komt er een transitieregeling onder de voorwaarden van acquis of is het Europese blok toch gezwicht voor bilaterale afspraken met het Verenigd Koninkrijk? Het is dan ook niet zeker wel vorm van tarifering gaat gelden voor de producerende bedrijven in het Havengebied. Er zijn bijvoorbeeld bedrijven met zowel productie-eenheden in het VK als in Rotterdam. Alle producerende en handelende bedrijven zullen in ieder geval in meer of mindere mate last krijgen van dalende volumes door zowel tarieven als lagere economische groei en de fluctuerende wisselkoersen. Er zullen niet veel winnaars zijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Advertisment ad adsense adlogger