Archive for Port of Rotterdam

Rotterdamse haven wil koploper zijn in de energietransitie

Persbericht

Het Havenbedrijf Rotterdam wil de haven van Rotterdam ontwikkelen tot de plaats waar de energietransitie vorm krijgt. “Nederland staat voor de uitdaging om binnen 30 jaar de economie en de samenleving vrijwel CO₂-neutraal te maken. Hoe sneller we dat oppakken hoe beter. In het havengebied staan tal van bedrijven die fossiele grondstoffen gebruiken om brandstoffen en tal van chemische producten te maken. De bedrijven stoten veel CO₂ uit maar hebben ook veel kennis van energie, energie-intensieve productieprocessen en CO₂-reductie. Dat maakt de haven van Rotterdam bij uitstek geschikt om internationaal koploper te zijn in het ontwikkelen en het grootschalig toepassen van technieken om CO₂-uitstoot van de industrie tot vrijwel nul terug te brengen. Het Havenbedrijf Rotterdam wil daarin een voortrekkersrol spelen en de haven tot aansprekend voorbeeld maken in de mondiale energietransitie,” aldus Allard Castelein, CEO van het Havenbedrijf Rotterdam. “Het mes snijdt aan twee kanten: we gaan de klimaatverandering tegen en we zorgen dat het Rotterdamse haven- en industriecomplex na 2050 nog steeds een substantiële bijdrage levert aan de Nederlandse welvaart en de werkgelegenheid.”

Windmolens tankers Calandkanaal

Het Havenbedrijf Rotterdam spant zich in om alle mogelijke initiatieven die een bijdrage kunnen leveren aan de transitie naar een CO₂-neutrale economie tot ontwikkeling te brengen. Het Havenbedrijf is ervan overtuigd dat Nederland een breed scala aan uiteenlopende technieken en maatregelen nodig heeft om in 2050 CO₂-neutraal te zijn. Er moet nog heel veel onderzocht en uitgeprobeerd worden om te kunnen bepalen wat de optimale route is naar een CO₂-neutrale economie in 2050. Allard Castelein: “We zullen al werkende weg die route vinden. We zijn overtuigd van de sterke uitgangspositie van het Rotterdamse industriecomplex. En we denken dat het smeden van ad hoc coalities voor concrete projecten de beste manier is om voortgang te boeken. Bedrijven zullen daarin een leidende rol spelen, zowel bedrijven die nu in de haven gevestigd zijn als nieuwkomers. Het Havenbedrijf wil die bedrijven zoveel mogelijk faciliteren in het toepassen van manieren om CO₂ te reduceren en/of nieuwe, klimaatneutrale industrie te introduceren. Ervaring willen we maximaal delen, omdat dat bijdraagt aan versnelling van de transitie. Juist omdat hier al zoveel energie-intensieve industrie is, is dit de meest logische locatie voor bedrijven om proefprojecten op te zetten en op te schalen. Daarmee wordt de haven koploper in de transitie van op fossiel gebaseerde industrie naar schoon fossiel, hernieuwbaar en circulair. Fieldlab en flagship tegelijk.”

Nu al het grootste biobased cluster van Europa

Het Rotterdamse haven- en industriecomplex is het grootste van Europa, heeft veel bedrijven die gebaseerd zijn op fossiele energie en grondstoffen maar ook vandaag al het grootste biobased cluster van Europa. Rotterdam heeft in al die segmenten bedrijven die in hun markt tot de wereldtop behoren, de beste haveninfrastructuur ter wereld en ligt voor verschillende projecten in een aantrekkelijke regio. Denk aan de vraag naar warmte in de directe omgeving en de ligging aan de Noordzee met zijn lege gasvelden en windturbineparken in ontwikkeling. Er is in Nederland veel kennis over energievraagstukken en Rotterdam heeft de laatste jaren hard gewerkt aan zijn innovatieklimaat. Ook in efficiency en het benutten van reststromen van de fossiele industrie behoort Rotterdam tot de top. En tot slot zijn de kansen om hier tot forse CO₂-reductie te komen groot: 18% van de Nederlandse CO₂ wordt hier uitgestoten en bovendien maakt de industrie hier brandstoffen en producten die elders tot CO₂-uitstoot leiden. Met andere woorden: dit is de beste locatie om voortgang te boeken in het realiseren van klimaatneutrale oplossingen voor de industrie en een voorbeeld te zijn voor andere locaties.

Niet vanzelf

Koploper zijn en blijven gaat niet vanzelf. Het begint met het besef dat we het Klimaatakkoord van Parijs snel en voortvarend moeten oppakken. Het Havenbedrijf zoekt daarom actief bedrijven die in de haven activiteiten willen opzetten die bijdragen aan CO₂-reductie. Dat kunnen bedrijven van buiten zijn, maar ook ondernemingen die hier al actief zijn of combinaties daarvan. Veelal zullen de grootste investeringen door de bedrijven gedaan moeten worden, maar het Havenbedrijf zal ondersteunen met aantrekkelijke vestigingsvoorwaarden, verbindende infrastructuur, ondersteuning bij vergunningtrajecten en het zoeken naar financieringsvormen, etc. Als het gaat om cruciale investeringen voor het realiseren van de energietransitie, dan is het Havenbedrijf bereid ook zelf risicodragend te investeren of te participeren in bedrijven. De rol van de overheid is vooral om met wet- en regelgeving de transitie te stimuleren en dit met een consistent lange termijn beleid te doen. Een beleid gericht op het realiseren van een einddoelstelling in 2050 en tussendoelstellingen op weg daarnaar toe. Ook is er voor de overheid (regionaal, nationaal, Europees) een rol weggelegd om financieel bij te dragen aan onderzoek en de onrendabele top van pilotprojecten. PPP’s en specifieke investeringsfondsen kunnen daaraan bijdragen.

In Rotterdam wordt al volop gewerkt aan projecten die zorgen voor CO₂-reductie. Denk aan het benutten van restwarmte uit de haven voor stadsverwarming, een proefproject voor afvang en opslag van CO₂, productie van biobrandstoffen en bioplastics, de toepassing van LNG als scheepsbrandstof, aanlanding van elektriciteit die op zee wordt opgewekt en het initiatief voor een waste-2-chemicals fabriek. Door te zorgen dat de haven van Rotterdam de komende decennia koploper is en blijft in de energietransitie, blijft dit een aantrekkelijk gebied om te investeren in moderne, CO₂-arme technieken. Mede door onderzoek en pilotprojecten wordt in Rotterdam en elders in Nederland veel kennis opgebouwd rondom dit thema die ook internationaal benut kan worden. De versnelde transitie in de Rotterdamse haven is daarmee goed voor de economie, de werkgelegenheid en de reputatie van Nederland.

Deze inzet om koploper in de transitie te zijn betekent niet dat het Havenbedrijf nu afscheid neemt van fossiel. De economie en samenleving blijven de komende decennia brandstoffen en andere producten gebaseerd op met name olie hard nodig hebben. Het Havenbedrijf blijft daarom de productie daarvan faciliteren. Ontwikkelingen op het gebied van techniek, markt en beleid zullen de komende jaren in hoge mate bepalen hoe snel de energietransitie daadwerkelijk plaatsvindt. Maar de inzet van het Havenbedrijf, in menskracht en middelen, zal de komende jaren steeds meer verlegd worden naar efficiency bij gebruik van fossiel, CO₂-reductie, hernieuwbare energie en biobased en circulaire economie. Want daar ligt de toekomst.

Energietransitie

“Nederland staat voor de uitdaging om binnen 30 jaar de economie en de samenleving vrijwel CO₂-neutraal te maken. Hoe sneller we dat oppakken hoe beter."

 

Haventarieven Rotterdam stijgen opnieuw minder dan inflatie

Persbericht

De tarieven die bezoekende zeeschepen in Rotterdam betalen stijgen volgend jaar 0,3%. Dat is de helft van de inflatie in het afgelopen jaar. Dit is conform de twee jaar geleden door Deltalinqs, VRC, VNPI en Havenbedrijf gemaakte driejarige afspraak over de ontwikkeling van de haventarieven. Partijen spraken toen af om voor een periode van drie jaar de tarieven gematigd te laten stijgen met de helft van het inflatiepercentage, met een maximum van 1% per jaar. Daarnaast handhaaft het Havenbedrijf een aantal gerichte maatregelen om specifieke segmenten, zoals het transshipment van containers, te stimuleren.

Haventarieven 2017

Zeehavengeldtarieven

In de containersector zet het Havenbedrijf in op een toename van het aantal transshipment containers. Deze gaan, nadat ze per zeeschip zijn aangekomen, vanaf de terminal direct over zee verder naar een andere Europese haven. Het havengeld voor zo’n container is gemiddeld ongeveer € 8,-. De huidige korting van € 3,75 wordt in 2017 verhoogd tot € 5,00 per deepsea container. Voor feeder containers blijft de bestaande transshipmentkorting van € 2,50 per container komend jaar bestaan. Het Havenbedrijf wil zo de markt verleiden fors meer transshipmentlading via Rotterdam te verschepen. Daarbij wordt de extra stimulans voor containerschepen om per keer dat ze naar Europa komen Rotterdam twee keer aan te lopen gehandhaafd. Bij zo’n tweede bezoek door deepsea (intercontinentaal varende) containerschepen is het tarief 25% van het normale tarief. Dit stimuleert dat de allergrootste, zwaar beladen containerschepen bij aankomst in Noordwest-Europa eerst Rotterdam aandoen om een deel van hun lading te lossen, dan in enkele andere havens afmeren en voor vertrek naar (veelal) Azië nog een keer naar Rotterdam komen om maximaal beladen Europa te verlaten.

Conform de twee jaar geleden met de VNPI gemaakte driejarige afspraak, blijft het tarief voor tankers met ruwe olie ook in 2017 1,5% achter bij de ‘algemene’ wijziging van het zeehavengeldtarief. Dit betekent dat het tarief in 2016 1,2% daalt. 2017 is het derde opeenvolgende jaar dat het tarief voor ruwe olie daalt.

De bestaande korting voor schone schepen, de Environmental Ship Index (ESI), wordt voortgezet. Schepen die op de index 31 punten scoren krijgen een korting van 10% op het scheepsdeel van het haventarief. Die korting wordt verdubbeld als schepen relatief weinig stikstof uitstoten. Hiervoor moet een schip volgens de ESI minimaal 31 punten scoren op het onderdeel NOx-uitstoot.

Binnenhavengeldtarieven

Voor 2017 is afgesproken de tarieven voor de binnenvaart met de helft van het inflatiepercentage te laten stijgen, net als voor de zeehavengeldtarieven. Dit betekent dat de binnenhavengeldtarieven in 2017 met 0,3% omhoog gaan.

 

Uitbreiding PortShuttle Rotterdam met GVT Group of Logistics

Nieuws

Per vandaag wordt officieel het aantal omlopen van de PortShuttle Rotterdam service meer dan verdubbeld. De trein pendelde al op werkdagen elke 24 uur tussen tussen de containerterminals op de Maasvlakte en het Rail Service Center Rotterdam in het Waal-Eemhaven gebied. Daar komt nu zes keer per week een extra dienst bij, met aansluiting op Tilburg en Eindhoven.

PortShuttle

PortShuttle is sinds september 2015 in bedrijf en verzorgt de uitwisseling van containers tussen de verschillende deepseaterminals. “Dit jaar lagen de volumes wat lager dan verwacht, mede door de opstartproblemen bij de nieuwe terminals”, aldus Eric van Wijngaarden, CEO van initiatiefnemer De Boom Groep. “Met de instap van GVT Group of Logistics en het extra aantal omlopen, hebben we een levensvatbaar concept weten te realiseren en zijn we in ieder geval heel 2017 in business.”

“We willen nog strakker aan kunnen sluiten op de deepseaservices”, voegt directeur Wil Versteijnen toe. “Met deze spoorverbinding bieden we de snelheid en betrouwbaarheid, die door de filedruk op de A15-A16 per truck te wensen over laat. We verwachten er veel van.”

“De PortShuttle is echt een dienst die van toegevoegde waarde is voor de Rotterdamse haven”, aldus Matthijs van Doorn, manager Logistics van het Havenbedrijf Rotterdam. “Makkelijkere uitwisseling van containers, versterking van het spoorproduct en een mooie duurzame oplossing voor de haven.”

Bron: PortShuttle

 

RDM Innovation Connector helpt MKB sneller van idee naar prototype

Persbericht

Dankzij de RDM Innovation Connector kan het Nederlandse MKB vanaf vandaag – 1 december 2016 – beschikken over industriële robotarmen, 3D-printers of een waterloopkundig laboratorium. Op RDM Rotterdam is dit soort hightech apparatuur en de bijbehorende kennis vanuit verschillende disciplines voorhanden dankzij het unieke aanbod van onderwijs, bedrijven en faciliteiten. RDM Innovation Connector maakt via één aanspreekpunt al die kennis en middelen toegankelijk voor het (mkb-)bedrijfsleven in heel Nederland en tegen aantrekkelijke tarieven.

RDM Robotics

“Op RDM Rotterdam hebben tot op heden voornamelijk bedrijven die gevestigd zijn op RDM gebruik gemaakt van de kennis van het onderwijs, de kruisbestuiving met startups en de vele hightech prototype- en testfaciliteiten. Dit heeft al tot vele innovaties geleid”, aldus directeur Jouke Goslinga. RDM Rotterdam past in het streven van Havenbedrijf Rotterdam om via innovatie nieuwe havenactiviteiten te ontwikkelen en de positie van de haven van Rotterdam te verstevigen.

RDM Rotterdam

RDM Rotterdam is dé plek voor innovatie en maakindustrie in de Rotterdamse haven en stelt zich als doel bedrijven te faciliteren om technische ideeën sneller te realiseren. Met de toevoeging van de RDM Innovation Connector kunnen bedrijven bij één loket ‘aankloppen’ om hun technische idee of ontwikkelde concept te ontplooien. Speciaal voor de RDM Innovation Connector zijn vanuit verschillende disciplines professionals aangenomen of beschikbaar gemaakt om deze innovatietrajecten te begeleiden. Op basis van de specifieke vraag van het bedrijf worden een innovatieteam en hightech machines ter beschikking gesteld. Een innovatieteam kan bestaan uit studenten, docenten, lectoren en onderzoekers van de benodigde disciplines, vaak in combinatie met de expertise van andere innovatieve bedrijven en een professioneel en zeer uitgebreid machinepark om direct te kunnen prototypen en testen.

RDM heeft zich snel ontwikkeld als de ‘place to be’ voor industriële innovatie. Het trekt sectorleiders aan om informele netwerken te creëren en de uitdagingen van morgen te adresseren. Klantbehoeften en ‘time to market’ zijn daarbij fundamentele concurrentievoordelen. Uit ervaring weten we dat RDM een katalysator is om grote ambities mogelijk te maken. Daarom is het een logische stap om de RDM Innovation Connector aan meer bedrijven aan te bieden.

Partners

De RDM Innovation Connector is opgezet door het Havenbedrijf Rotterdam (RDM Rotterdam), Hogeschool Rotterdam (RDM Centre of Expertise) en RDM Makerspace. De afgelopen 10 jaar heeft het Havenbedrijf Rotterdam de voormalige werf van de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij (RDM) herontwikkeld. In samenwerking met Hogeschool Rotterdam is hieruit RDM Rotterdam ontstaan, dé plek voor innovatie in het havengebied. RDM Centre of Expertise is vanuit Hogeschool Rotterdam aangehaakt vanuit de samenwerking tussen onderwijsinstituten, onderzoekscentra en bedrijven aan beter techniekonderwijs, nieuwe kennis en duurzame innovaties. RDM Makerspace, als specialist op het gebied van hightech apparatuur en maakindustrie, stelt hun kennis en hightech machines ter beschikking. Door de deskundigheid van de verschillende partners te bundelen en dit als één pakket aan te bieden, kunnen bedrijven sneller hun weg vinden van idee naar prototype. RDM Innovation Connector is mede gefinancierd met steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling.

 

ENGIE kiest voor de start-up methode

Showcase

Coaching- en begeleidingstrajecten voor innovatieve ideeën, zoals ‘accelerator programma’s’ en ‘pressure cookers’ worden vaak geassocieerd met start-ups. Onterecht, want de juiste begeleiding en coaching kan soms ook juist voor volwassen bedrijven heel nuttig zijn. Dat bewijst ENGIE, die dankzij het Port Innovation Lab in staat was hun idee ‘Coolcast’ verder uit te werken.

ENGIE

Binnen ENGIE Services liep een team collega’s rond met goed idee: falen in de procesindustrie voorspellen op basis van big data. Zie het als volgt: fabrieken staan vol met apparaten. En al die apparaten zijn voorzien van onderdelen, die elk een kleine bijdrage leveren aan een groot, automatisch proces. Van al die onderdelen zijn parameters te meten. Druk, temperatuur, snelheid, noem het maar op. Stel nou dat je deze data opslaat in een collectieve data poule en op basis daarvan voorspellingen doet. Wanneer heeft een onderdeel onderhoud nodig? Wanneer moet het vervangen worden?

Coaches, groot netwerk en testfaciliteiten

Team CoolCast kreeg binnen ENGIE alle ruimte om het idee uit te werken. En toch bleef het maar liggen. “Waarom?”, vraagt Wilmar Antonissen, business developer bij ENGIE Services, zichzelf hardop af. “Zaken als tijd, prioriteit en urgentie. Het is belangrijk, maar bij een bedrijf dat verder gezond is, blijven nieuwe ideeën wel eens op de plank liggen.” Gelukkig werd dat opgemerkt binnen ENGIE. Antonissen: “We hebben zelf de samenwerking opgezocht met organisaties gespecialiseerd in innovatie. Hun aanpak en bevlogenheid is de shot adrenaline die wij goed konden gebruiken, voor CoolCast én andere nieuwe proposities.”
ENGIE Services is naast partner van YES!Delft ook sponsor van het Port Innovation Lab en besloot aan te melden voor het LaunchLab programma. Port Innovation Lab, een samenwerking tussen Havenbedrijf Rotterdam en YES!Delft, helpt (doorgaans) start-ups hun business ideeën uit te werken. Deelnemers kunnen gebruik maken van coaches, een groot netwerk en testfaciliteiten. Toepassingen kunnen direct worden getoetst aan de markt en zo maken veelbelovende start-ups een vliegende start in de Rotterdamse haven.

Focus, snelheid en klantonderzoek

Een goede zet, blikt Antonissen terug. Tien weken lang kon hij met zijn team afgezonderd werken aan het idee. “Toegegeven, af en toe een mailtje tussendoor, maar we waren vooral gefocust op ons concept. We kwamen niet meer op kantoor, maar gingen veel bij de klant zitten.” Dat was belangrijk. “Zo kwamen we erachter dat de klanten binnen de procesindustrie heel verschillende problemen hebben. Dat maakt het moeilijk om een schaalbaar product op te leveren. LaunchLab leert je om snelheid te maken, te ‘accelereren'. Door beter te focussen zijn we ons gaan richten op installaties die vergelijkbaar zijn, zodat we vergelijkbare data kunnen genereren. Zo zijn we bij koude installaties uitgekomen. In eerste instantie wilden we een systeem ontwikkelen om falen te voorkomen, maar uiteindelijk zijn we het wat breder gaan trekken. CoolCast richt zich op alle optimalisaties en slimmer onderhoud bij koude techniek. Daar hebben we binnen ENGIE ook baat wij, want we hebben een eigen afdeling die koude installaties ontwikkelt, zoals invriesstraten voor groenten, vis en vlees en grote koelhuizen. Die worden onder andere in de Rotterdamse haven ook volop gebruikt.”

Intensief traject

Daan Domhof onderschrijft dat focus, snelheid en klantonderzoek de belangrijkste kernwoorden zijn van Launch Lab. Domhof is Incubation & Growth Manager bij YES!Delft en vanuit die rol betrokken bij de programma’s. Maar denk er niet te lichthartig over, waarschuwt hij. “Deelnemers kunnen een bijzonder intensief traject verwachten. Soms zal je je volledig verloren voelen, maar uiteindelijk kun je hier weloverwogen een ‘go or no go’-beslissing maken. Veel deelnemers willen eerst alle technologische risico’s wegnemen. Hier zeggen we: reduceer eerst het marktrisico. Dat doe je bijvoorbeeld door zoveel mogelijk te praten met klanten.”

Eerste prototype van ‘koelkast’

Inmiddels is het eerste prototype van ‘Coolcast’ een feit en wordt deze getest bij een klant in IJmuiden. “Coolcast spreek je trouwens uit op z’n Nederlands”, vult Antonissen nog aan. En het is meer dan een grappige woordspeling op koelkast. “Het systeem wordt aangesloten op een koelsysteem en verstuurt data naar een server. Dat proces heet ‘casten’, vandaar dat we op de naam Coolcast uitkwamen.”

LaunchLab begint weer!

Heeft jouw bedrijf – jong of oud - een innovatief idee voor de haven?
Meld je dan aan!

 

Eerste rechtstreekse binnenvaartdienst voor containers tussen de havens van Gent, Zeeland en Rotterdam

Persbericht

Met ingang van 1 december start logistiek dienstverlener Danser Group een rechtstreekse containerbinnenvaartdienst tussen de havens van Rotterdam, Zeeland Seaports (Vlissingen en Terneuzen) en Gent. Met deze dienst wordt tegemoet gekomen aan de vraag naar een frequente grensoverschrijdende verbinding tussen deze havens.

Danser Group

Uitbreiding en versterking achterlandnetwerk

Met deze nieuwe containerbinnenvaartdienst breiden de havens het huidige dienstenaanbod uit en versterken zij het vervoer via de binnenvaart met hun (achterland)netwerk. De havens verwachten met deze dienst - die voor alle klanten openstaat - een groei in de containeroverslag te realiseren zowel wat import als export betreft. Deze verwachte groei geldt voor de corridor Rotterdam-Zeeland-Gent en de diverse havens in het zuiden van België en het noorden van Frankrijk.

Lading van de weg naar binnenvaart

De dienst zal bij de start wekelijks de havens aandoen met de verwachting dat de frequentie binnen afzienbare tijd zal toenemen. Met deze service wordt optimaal gebruik gemaakt van de sterke zee- en doorvoerfuncties van de deelnemende havens. Door de dienst verschuift lading van de weg naar de binnenvaart (modal shift) en wordt de frequentie opgevoerd. De verwachting is dat de dienst binnen twee jaar naar zo’n 15.000 TEU zal groeien.

Danser Group

Danser Group gaat de nieuwe dienst integreren in haar uitgebreide netwerk tussen de (zee-) havens en het achterland.

Gezamenlijk persbericht van: Havenbedrijf Gent, Danser Group, Zeeland Seaports en Havenbedrijf Rotterdam

 

Erik de Neef Havenman van het Jaar 2016

Nieuws

De Stichting Havenman/-vrouw van het Jaar in Rotterdam heeft voorzitter Erik de Neef van de Koninklijke Roeiers Vereeniging Eendracht (KRVE) gekozen tot Havenman van het Jaar 2016. De onderscheiding wordt op 9 januari officieel uitgereikt.

Erik de Neef

Roeiers oefenen van oudsher een belangrijke taak uit in de haven: het aanmeren van schepen aan kades en steigers. Erik de Neef is verkozen tot Havenman van het Jaar 2016 omdat de KRVE onder zijn leiding is getransformeerd van een traditionele vereniging van maritieme dienstverleners tot een innovatieve onderneming. Een van die innovaties is ShoreTension, een systeem dat het veilig aanmeren van steeds grotere schepen in extreme weersomstandigheden mogelijk maakt. Met dit zelf ontwikkelde en wereldwijd verkochte product werd in 2016 een mijlpaal bereikt door het honderdste exemplaar in productie te nemen.

Erik de Neef is de 36e havenondernemer op rij die de sinds 1981 bestaande onderscheiding, destijds ingesteld door de voormalige Rotterdamse havenpersclub Kyoto, krijgt uitgereikt. Hij wordt de opvolger van Ronald Lugthart van Rotterdam World Gateway (RWG), de nog fungerende Havenman van het Jaar 2015.

De Neef, nu 45, begon zijn loopbaan als roeier op zijn zestiende, was gedurende tien jaar penningmeester in het bestuur van de vereniging en is sinds 1 januari 2015 voorzitter. Behalve van technische innovatie heeft hij zich altijd een voorstander van sociale vernieuwing getoond.

Bron: Stichting Havenman/-vrouw van het Jaar
Foto: RTV Rijnmond

 

RAMLAB open op RDM Rotterdam

Persbericht Havenbedrijf Rotterdam

Eerste 3D lab
Woensdag 30 november 2016 opende Allard Castelein, CEO Havenbedrijf Rotterdam, RAMLAB (Rotterdam Additive Manufacturing LAB). Dit is het eerste Fieldlab met 3D metaalprinters dat zich richt op de havengerelateerde industrie. RAMLAB gebruikt 3D metaalprinters (ook wel additive manufacturing genoemd) voor het ontwikkelen van kennis op het gebied van metaal printen, 3D ontwerpen en certificering. De officiële opening vond plaats in het Innovation Dock van RDM Rotterdam.

Allard Castelein wenst Vincent Wegener veel succes

Het doel van RAMLAB is om door Research & Development projecten, samen met partners, de WAAM (Wire Arc Additive Manufacturing)-technologie commercieel inzetbaar te maken. Zo werkt RAMLAB samen met partners toe naar een toekomst waarin onderdelen ‘on demand’ geprint kunnen worden. Op 11 februari lanceerde het Havenbedrijf Rotterdam dit initiatief: “3D printing is veelbelovend maar er zijn maar weinig bedrijven die de middelen en kennis hebben om er mee aan de slag te gaan”, legde de heer Castelein toen uit. RAMLAB past in het streven van het Havenbedrijf om door innovatie nieuwe havenactiviteiten te ontwikkelen.

Inmiddels staan er twee WAAM-systemen in het Innovation Dock. Eén opstelling van vier bij drie meter heeft een manipulator die bijvoorbeeld scheepsschroeven kan printen. De andere robot kan over een rails van 6 meter schuiven om bijvoorbeeld hijshaken te lassen. Met dit systeem kunnen objecten worden gemaakt met een omvang die groter is dan 1m3 .

RAMLAB is geïnitieerd door het Havenbedrijf Rotterdam, InnovationQuarter en RDM Makerspace. Het lab kent inmiddels negen partners (Valk Welding, Autodesk, IBM, Air Liquide, Lincoln Electric, TU Twente, M2I, Lemtech en Lloyds Register) en negen leden (Huisman Equipment, Heerema Fabrication, Royal IHC, Koninklijke Marine, Royal Roos, Promarin, Bolier, MX3D en Fokker).

Toekomst van 'on demand' metaalprinten

RAMLAB is 's werelds eerste fieldlab met 3D metaalprinters dat zich richt op de havengerelateerde industrie. Een werkplaats op RDM Rotterdam waar partners samenwerken aan een toekomst waarin onderdelen ‘on demand’ geprint kunnen worden. RAMLAB past in het streven van het Havenbedrijf om door innovatie nieuwe havenactiviteiten te ontwikkelen.

RAMLAB printen vonken
 

Mainports Schiphol en Rotterdamse Haven bevorderen digitale weerbaarheid

Persbericht

Vandaag – 30 november 2016 - presenteren de twee Nederlandse mainports Schiphol en de haven van Rotterdam websites om de digitale weerbaarheid te bevorderen. De 2 initiatieven respectievelijk CYSSEC en FERM genaamd, bieden een platform voor bedrijven ‘op het droge’, ‘in de lucht’ en ‘op het water’ in de mainports voor informatie en samenwerking over cyber beveiliging. De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) ondersteunt de mainports, omdat die een vitale functie hebben in de Nederlandse samenleving. Doel is om de gezamenlijke weerbaarheid in cybersecurity te verhogen. Het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) van de NCTV biedt expertise en advies, response op dreigingen en het versterken van crisisbeheersing.

Ferm Rotterdam  (foto: Marc Nolte)

Veel bedrijven in de logistieke keten delen informatie met elkaar of hebben informatie processen volledig gedigitaliseerd. Dus een hack, of het stilvallen van systemen van een bedrijf kan een grote impact hebben op de continuïteit van een ander bedrijf. Cijfers uit het recente rapport van ABN AMRO: Cybersecurity voor logistiek dienstverleners, onderstrepen het belang voor betere informatievoorziening, -deling en samenwerking op het gebied van cybersecurity.

CYSSEC

Wilma van Dijk, directeur Safety, Security & Environment Royal Schiphol Group: “Veiligheid heeft topprioriteit op Schiphol. Dit geldt zowel op de grond als in de lucht, maar zeker ook op de digitale snelweg. Als het gaat om cybersecurity is het van groot belang te kijken hoe we met elkaar digitalisering veilig en vertrouwd kunnen houden. De ambitie van Schiphol om de beste Digital Airport te zijn, brengt mooie oplossingen, waarvan onze passagiers, de airlines en alle andere organisaties op Schiphol dagelijks profiteren. Wij zijn zeer verheugd dat Schiphol, gesteund door de NCTV, kennis en middelen beschikbaar stelt aan de 400 partners op Schiphol om veilig met IT en digitalisering om te kunnen gaan”.

FERM Rotterdam

“In mijn rol als Port Cyber Resilience Officer wil ik het bewustzijn over digitale veiligheid en cybersecurity onder bedrijven in de Rotterdamse haven vergroten, maar ook praktische handvatten aanreiken. Sommige bedrijven weten niet waar ze moeten beginnen”, aldus René de Vries, (rijks)havenmeester van het Havenbedrijf Rotterdam. In een tijd dat ontwikkelingen in digitalisering in rap tempo gaan, is het van belang dat organisaties samenwerken, en - ondanks de gevoeligheid van het onderwerp - elkaar helpen door informatie en tips te delen. Kortom: FERM staan. De Gemeente Rotterdam, Zeehavenpolitie, Deltalinqs en het Havenbedrijf Rotterdam dragen bij aan dit initiatief; financieel en met mankracht.

De FERM website, biedt het platform waarop bedrijven verder op weg worden geholpen met een bundeling van de juiste informatie en tips. De komende maanden wordt de website verder uitgebreid en er wordt op 23 maart 2017 een cybersecurity event georganiseerd voor klanten in de Rotterdamse haven.

De website Cyssec (Cyber Synergie Schiphol Ecosysteem) www.cyssec.nl is een platform dat de organisaties op Schiphol concrete handvatten biedt voor het bevorderen van cybersecurity. Door kennis en informatie te delen en best practices uit te wisselen wil Schiphol zijn partners ervan bewust maken dat zij direct of indirect afhankelijk van elkaar zijn. Naast het digitale platform gaat Schiphol in 2017 ook informatiebijeenkomsten organiseren.

 

RAMLAB getting ready to open doors

Insight

Iedereen die het Innovation Dock op RDM Rotterdam heeft bezocht, weet dat het in deze enorme hal bruist van de activiteiten. Er gebeurt van alles en er wordt driftig geëxperimenteerd met honderden adembenemende gadgets voor de haven. Momenteel is de opwinding in de hal nog groter dan normaal. RAMLAB maakt zich klaar om de deuren te openen. De laatste hand wordt gelegd aan een gloednieuwe lasmachine met additive manufacturing-technologie. “Dankzij de enorme omvang kan deze machine met gemak metalen objecten van 2 bij 2 meter ‘3D-printen’”, aldus Vincent Wegener, algemeen directeur van RAMLAB.

3D metal WAAM metal printer

“Dit systeem is uniek in de wereld”, legt Wegener uit terwijl hij om de machine heen loopt. “Op het gebied van grootschalige additive manufacturing zijn we waarschijnlijk het eerste en meest ambitieuze lab ter wereld.” De machine is nog gedeeltelijk verpakt in plastic om schade tijdens het vervoer en de installatie te voorkomen. De machine bestaat uit twee grote manipulatoren die een object in meerdere richtingen kunnen bewegen terwijl het gelast wordt door het meest in het oog springende onderdeel van de machine: een rode robotlasarm, die bevestigd is aan een lopende band, waardoor de arm zeer wendbaar is.

Efficiënte technologie

De machine is gebaseerd op de zogenaamde ‘Wire Arc Additive Manufacturing’-technologie (WAAM), momenteel de meest geschikte technologie voor het fabriceren van grote metalen onderdelen. Deze technologie maakt gebruik van een elektrische boog als warmtebron en staaldraad als grondstof; de technologie heeft een paar technische voordelen en is aanzienlijk goedkoper en minder tijdrovend omdat er kant-en-klare stalen objecten gebruikt worden om objecten uit te printen. Wegener: “Als we bijvoorbeeld een propeller willen maken, dan hoeft de lasmachine niet eerst de kern van het object te printen, maar hoeft ze enkel de bladen te lassen. Dat spaart een hoop tijd uit.”

Meerdere objecten tegelijk

Het is een speciale ervaring om een blik te kunnen werpen op de hele machine zonder alle beschermende materialen. Als de machine eenmaal in gebruik is, zal ze nog bedekt worden met rolluiken die het licht tegenhouden en voorzien worden van een uitlaatsysteem. “Die onderdelen worden later deze week geleverd”, merkt Wegener op. “Net als de grondstof, die aangevoerd zal worden vanuit een groot vat met 250 kilogram staaldraad.” De printer kan aan meerdere objecten tegelijkertijd werken. Naast staaldraad maakt de machine ook gebruik van beschermgas om het proces te beschermen tegen verontreinigingen in de lucht. En dan is er natuurlijk ook nog de software, die code vertaalt in instructies voor de lasrobot.

Rotterdamse mentaliteit

De apparatuur wordt geïnstalleerd door Valk Welding, een van de partners van RAMLAB. Dit bedrijf is gespecialiseerd in het ontwikkelen en leveren van robotlassystemen. RAMLAB heeft van dit bedrijf bovendien een iets kleiner systeem geleverd gekregen, dat al 3 maanden in gebruik is. Valk Welding is niet het enige bedrijf dat apparatuur aan RAMLAB levert. Dit gegeven maakt het lab volgens Wegener zo speciaal. “Iedereen werkt samen aan dit project. En dat is de echte kracht van RAMLAB; we verspillen geen tijd met praten, we werken hard om dingen voor elkaar te krijgen. Dat is de Rotterdamse ‘schouders eronder’-mentaliteit. En dat zal RAMLAB uiteindelijk tot een succes maken!”

Creative Power Shaping the Future

Industrial spare parts should always be available wherever they’re needed, whenever they’re needed. RAMLAB will accelerate the adoption of additive manufacturing technology across the value chain. In the future this will completely eliminate lead-time and the need to keep these parts in stock.

3d printing robot at Ram lab RDM rotterdam
 
Advertisment ad adsense adlogger