Zeevaart

Mai Elmar has given the city of Rotterdam an impressive future, and 2016 is yet another successful year, welcoming the largest ships in the world (HAL, AIDA, RCI, Princess, NCL). On April 26th, mayor Aboutaleb will present Mai with a decoration, a royal honour for her exceptional commitment.

Mai Elmar has dedicated most of her life to Rotterdam, making sure the city is noticed by the outside world. She became the first Chief Marketing Officer of Rotterdam, city and port. She helped design the brand policy, strategy and character of this remarkable city. CMO will continue to invest best efforts in order to attract even more visitors, businesses, citizens and students in the years to come.

To this end, RotterdamWorldPortWorldCity and Rotterdam. Make it Happen. need to cooperate as well. So far they have been very successful, at all levels. Today, a visit to city and port is highly recommended across the world.

Mai’s ancillary positions:

• Advisory board member MEL Faculty EUR
• Board member Luxor theatre Rotterdam
• Advisory board member Rotterdam – The Hague airport
• Chairperson Bridges to Fashion
• Chairperson Rijnmond welfare group
• Business advisory board Rotterdam Film Festival, Tiger business lounge
• Advisor Rotterdam City Marketing, Chief Marketing Office

Mai Elmar heeft cruise groot gemaakt voor Rotterdam en kijkt dit jaar naar een topjaar met vele rederijen (HAL, AIDA, RCI, Princess, NCL) en de grootste schepen van de wereld. Op dinsdagochtend 26 april spelt burgemeester Aboutaleb haar een lintje op, een Koninklijke onderscheiding voor haar bijzondere activiteiten.

Dit is meer dan verdiend. Mai Elmar gaat haar hele leven al de uitdaging aan waar het werk ligt en haar liefde om Rotterdam in de kijker te zetten. Ze was de eerste Chief Marketing Officer van Rotterdam, stad en haven. Zij heeft het merkbeleid, de strategie en signatuur van Rotterdam mede vormgegeven. De belangrijkste doelstellingen voor de CMO zijn het versterken van het merk Rotterdam en de vergroting van het imago en de uitstraling van de stad, om daarmee uiteindelijk méér bezoekers, bedrijven, bewoners en studenten naar de stad te trekken.

Deze doelstellingen worden o.a. nagestreefd door samenwerking tussen en het inzetten van de merksignatuur RotterdamWorldPortWorldCity en Rotterdam. Make it Happen. Het is in alle opzichten gelukt. De stad en haven staan tegenwoordig over de hele wereld als must see te boek.

Mai heeft ook voor de stad nog een aantal belangrijke nevenfuncties:

• Advisory boardmember MEL Faculty EUR
• Board member Luxor theatre Rotterdam
• Advisory boardmember Rotterdam – The Hague airport
• Chairperson bridges to fashion
• Chairperson welzijnsgroep Rijnmond
• Business advisoryboard Rotterdam Film Festival, Tiger business lounge
• Advisor Rotterdam City Marketing, Chief Marketing Office

In het weekend van 16 op 17 januari is de leidingbundel, bestaande uit meerdere pijpleidingen, ingetrokken tussen TTR en de Botlek terminal. Dit werd gedaan door middel van een lierconstructie vanaf het werkterrein aan de Professor Gerbrandyweg richting het boorgat op TTR. Daar werd de bundel eerst op hoogte gebracht om vervolgens het boorgat ingetrokken te kunnen worden. Langs de route had aannemer Visser & Smit Hanab kranen met hijslussen opgesteld, die de bundel langzaam verplaatsten. Een paar dagen na het intrekken van de bundel, zijn de leidingen getest op coatingschade, maar uit de stroomdrukproef bleek dat daar gelukkig geen sprake van was.

PoRint
De ontwikkeling van een diepzeehaven in Indonesië past in het buitenland-beleid van het Havenbedrijf dat er onder andere op gericht is om kansen te creëren voor Nederlandse bedrijven in het buitenland. Deelname in havenontwikkeling in voor de haven interessante landen is één van de manieren om dat te realiseren. Vandaar dat het Havenbedrijf in 2003 een joint venture sloot met de sultan van Oman – Sohar Industrial Port Company – voor de ontwikkeling van de haven van Sohar en dat het zich ook oriënteert in Brazilië om de haven Porto Central te ontwikkelen.

Kuala Tanjung
Kuala Tanjung is een nieuw te ontwikkelen haven nabij de stad Medan aan de Straat van Malacca, één van de belangrijkste scheepvaartroutes van de wereld. De in 2014 aangetreden president Jokowi heeft het versterken van de maritieme sector speerpunt van zijn beleid gemaakt om de economie te laten groeien (6 tot 7% per jaar). Kuala Tanjung is één van de hoofdprojecten binnen de nationale maritieme strategie.

Onze mainports zijn een rijk, maar geen rustig bezit. Andere landen kopiëren onze mainportstrategie om hun strategische belangen te versterken, terwijl Nederland zelf intussen de concurrentiepositie van de mainports aantast met steeds hogere publieke lasten. Juist in dit tijdsgewricht bieden sterke mainports geweldige kansen, bijvoorbeeld voor een goede aansluiting op India en op grotere delen van China.

VNO-NCW vindt dat de verschillende overheden de lasten (dividendbelasting, securitykosten, inspectiekosten, lokale lasten) voor onze mainports in lijn moeten brengen met die van onze concurrenten. Ook moet er extra geld komen om de bereikbaarheid van de mainports sterk te verbeteren.

Want niet alleen de afhandeling van de stromen goederen zorgt voor veel banen. Juist de versterking van het Nederlandse vestigingsklimaat door de mainports biedt toegevoegde waarde. Ook verduurzaming biedt een grote kans.

Tegelijk moet er worden geïnvesteerd in een grote transitie naar een duurzaam industrieel complex om te zorgen dat dit cluster mondiaal leidend blijft. VNO-NCW hecht veel betekenis aan de aanbevelingen die Rein Willems, oud topman van Shell Nederland, recent publiceerde.

De mainports zijn te belangrijk voor de Nederlandse economie om sluipenderwijs te ondermijnen en links en rechts voorbij gestreefd te zien worden door concurrenten uit ambitieuze landen. Een volgend kabinet moet zich expliciet ten doel stellen de mainports te versterken.

Regarding our Mainports it is harder to stay on top than to get there. Other countries copy our main port strategy to strengthen their strategic interests, while the Netherlands itself meanwhile weakens the competitiveness of its Mainports with increasing charges imposed by the public authorities. Especially now, strong Mainports offer fantastic opportunities, for instance by creating good connections to India and larger parts of China.

VNO-NCW believes that the various governments should bring the charges (dividend tax, security fees, inspection fees, local taxes) for our Mainports in line with those of our competitors. Additional funds should also be made available to greatly improve the accessibility of the Mainports.

Not only the handling of the flow of goods creates many jobs. Especially the strengthening of the Dutch business climate through the Mainports provides added value. Sustainability also offers a great opportunity.

At the same time, we should invest in a major transition towards a sustainable industrial complex to ensure that the cluster remains a global leader. VNO-NCW attaches great importance to the recommendations recently published by Rein Willems, former CEO of Shell Netherlands.

The Mainports are too important to the Dutch economy to undermine them insidiously and see them be outpaced by competitors from ambitious countries. The next government must explicitly aim at strengthening the Mainports.

Een zeer belangrijk punt, want het bedrijf is gespecialiseerd in de opslag van beladen en onbeladen (tank)containers, ook die met gevaarlijke stoffen. De nieuwe terminal is daarom onder meer voorzien van een gecertificeerd en vloeistofdicht terrein, met daaronder een speciaal rioolstelsel dat in noodgevallen gevaarlijke stoffen en bluswater veilig op kan vangen.

Verlaagde CO2-uitstoot
De steiger in de Oude Maas is ingericht volgens de laatste milieurichtlijnen en er kan in het geval van een calamiteit op een verantwoorde en efficiënte wijze gehandeld worden. Zo krijgen gevaarlijke stoffen geen kans om naar het oppervlaktewater te stromen, de rioolsystemen kunnen ogenblikkelijk worden gesloten om eventuele milieuvervuiling te voorkomen. Ook in het dagelijkse gebruik komt de nieuwe terminal het milieu ten goede. De 100% elektrische mobiele havenkraan - die werkt met stille, zuinigere en minder vervuilende motoren - verlaagt de CO2-uitstoot van de terminal aanzienlijk.

Specialistische aanvulling
Met alle moderne faciliteiten, is de nieuwe terminal een praktische en veilige one-stop-shop voor expediteurs, producten, forwarders, vervoerders en rederijen. Op dit moment wordt er door R.B.C. Terminal ook gekeken naar de mogelijkheden voor een aansluiting op het spoor. Voor nu is de terminal in elk geval al een sterke aanvulling voor de handling, opslag en transport van containers in de Rotterdamse haven.

Foto: R.B.C. Terminal

Port Innovation Discovery Day is a one-day crash course, organized by Port Innovation Lab, to transform your tech idea into a potential business idea and to learn the basics of entrepreneurship. It is both possible to join with and without an idea, because you will form teams during the workshop. This provides the opportunity to network and/or to find potential co-founders for your startup.

The goal of Discovery Day is to make the first connection between a technology, its application and your potential customer. We will provide you with the tools to take the first steps to tech entrepreneurship. Main objectives are to:
• Find applications for your technology and model your value proposition
• Get more insight in your potential customers and market and work towards a valuable problem/solution fit.
• Get to different potential revenue models in your business model

But also to:
• Get a flavour of entrepreneurship
• Meet new entrepreneurial people
• Prepare for the selection of an accelerator programma

General Information
Date: Thursday May 19th, 2016
Registration Deadline: May 15, 2016
Registration: www.aanmelder.nl/portinnovation
Costs: Commitment fee € 35 (incl. VAT, lunch and drinks)
Participants: 30 (max.)

Source: Port Innovation Lab

Er gaan stemmen op om zo snel mogelijk alle kolencentrales in Nederland te sluiten. Het Havenbedrijf vindt dat geen voor de hand liggende aanpak. Het Havenbedrijf stuurt aan op het vergroten van de energieefficiency en het structureel uitbreiden van het aandeel hernieuwbare energie. De net in gebruik genomen kolencentrales passen daar prima in als we de restwarmte niet verloren laten gaan maar benutten voor verwarming, de uitstoot van CO₂ terugdringen (CCS) en biomassa bijstoken.

Onderstaand de verschillende redenen waarom het Havenbedrijf voorstander is om de nieuwste centrales open te houden:
1) De discussie moet gaan over hoe we de CO₂-uitstoot zo efficiënt mogelijk kunnen verminderen. Juist omdat het Klimaatakkoord van Parijs aangeeft dat Nederland een grotere inspanning moet leveren dan met het SER-akkoord gebeurt , is het belangrijk het probleem integraal te benaderen en een rationele afweging te maken welke maatregelen genomen moeten worden. Bij een besluit om alle kolencentrales te sluiten zonder totaalbeeld hoe Nederland invulling geeft aan het Klimaatakkoord van Parijs is geen sprake van zo’n integrale, rationele benadering. Juist omdat de centrales een rol kunnen vervullen in de energietransitie (zie hierna).

2) Om onder de 2°C opwarming te blijven, zijn alle beschikbare technische oplossingen hard nodig. Zonder afvang en opslag van CO₂ (carbon capture and storage, CCS) gaat het volgens deskundigen niet lukken binnen de 2°C te blijven, laat staan de gewenste 1,5°C te halen. Sterker nog: veel wetenschappers zijn van mening dat CO₂ uit de lucht gehaald moet worden om de klimaatverandering binnen de perken te houden. De twee nieuwe centrales op de Maasvlakte zijn ‘capture ready’ gebouwd, wat wil zeggen dat installaties voor het afvangen van CO₂ kunnen worden toegevoegd. Er ligt een concreet plan om bij de centrale van Uniper een grootschalige proef te doen met CCS, het zogenoemde ROAD project (Rotterdam Opvang en Afvang Demonstratieproject). De bedoeling is 25% van de CO₂-uitstoot van de Uniper centrale af te vangen en onder de Noordzee in een gasveld op te slaan. Door met name de lage CO₂-prijs is dit project nog niet van de grond gekomen, maar er is goede hoop dat in de loop van 2016 de knoop wordt doorgehakt. De urgentie van het klimaatvraagstuk maakt dat alle beschikbare techniek benut moet worden om de uitstoot te verlagen. Dit is het enige CCS-project van deze omvang in voorbereiding in Europa.

3) Bij de opwekking van elektriciteit komt veel warmte vrij waar nu geen gebruik van wordt gemaakt. Het warme koelwater verdwijnt letterlijk in de Nieuwe Maas (afgezien van een klein deel van het koelwater van Uniper dat door GATE gebruikt wordt om koud, vloeibaar LNG op te warmen en gasvormig te maken). Ook bij de raffinaderijen en in de chemie komt veel warmte vrij die de industrie niet kan benutten, omdat de temperatuur te laag is. Naar schatting wordt zo jaarlijks ongeveer 150 PJoule ‘weggegooid’. Tegelijkertijd staan in steden als Rotterdam, Den Haag en Delft en in het Westland volop cv-ketels te draaien om woningen, kantoren en kassen warm te stoken. In de kassen wordt zelfs gestookt om CO₂ op te wekken omdat planten daar harder van groeien. Er kan dus een behoorlijke energieefficiency bereikt worden door warmte van de centrales en de industrie uit te koppelen en te benutten voor verwarming van kassen, woningen en kantoren. Verschillende overheden en bedrijven werken samen aan het opzetten van deze Warmterotonde. Financieel het meest haalbaar op korte termijn is de koppeling van de nieuwe centrales aan het Westland en Den Haag: de zogenoemde Leiding over West. Bedoeling is een open net te creëren met meerdere aanbieders van warmte. Door deze open structuur is het mogelijk ook andere warmtebronnen zoals geothermie op het netwerk aan te sluiten. Tegelijkertijd kan een deel van het afgevangen CO₂ ook aan de kassen geleverd worden.

4) De centrales zijn geschikt voor het bijstoken van grote hoeveelheden biomassa. Biomassa bestaat bijvoorbeeld uit houtsnippers. Er komt CO₂ bij vrij, maar die is slechts enkele jaren of decennia ervoor door de bomen uit de lucht opgenomen en wordt door herplant ‘netto’ ook weer uit de lucht gehaald (de zogenoemde korte koolstofkringloop). Een (en mogelijk beide) centrale(s) is om te bouwen tot een centrale die volledig op biomassa draait.

5) Een centrale die (deels) op biomassa draait en waarvan de CO₂ wordt afgevangen en opgeslagen (CCS) haalt per saldo CO₂ uit de lucht. Het is geen goedkope techniek, maar als we klimaatverandering tegen willen gaan is dit op zijn minst een mogelijkheid. Maar dan moeten die centrales er wel zijn.

6) Om de chemie te verduurzamen wil Rotterdam een bioraffinaderij aantrekken. Zo’n raffinaderij gebruikt bijvoorbeeld hout als grondstof en haalt daaruit glucose en ethanol, bouwstenen voor de chemie en voor brandstofproductie. Lignine is in dat proces een restproduct waarmee men op dit moment niets anders kan dan het omzetten in elektriciteit door het te verstoken als biomassa in een centrale. De aanwezigheid van centrales die biomassa stoken helpt dus de businesscase van een bioraffinaderij rond te krijgen.

7) De centrales zijn moderner en milieuvriendelijker dan vaak gesuggereerd wordt. Zo kunnen de nieuwe centrales, net als gasgestookte centrales, snel inspelen op het veranderd aanbod van zonne- en windenergie. Oude kolencentrales waren veel moeilijker ‘harder’ of ‘zachter’ te zetten. De nieuwe centrales stoten behalve CO₂ vrijwel geen schadelijke stoffen uit. Zo vangt de centrale van Engie 99,99% van het fijnstof af dat vrijkomt bij het verbrandingsproces.

8) Tien jaar geleden wilde de regering Nederland minder afhankelijk maken van olie en gas. Het kabinet Balkenende II heeft daarom destijds bewust gekozen voor kolencentrales. Als bedrijven nu kort na het opstarten van hun installaties gevraagd worden deze te sluiten, dan is dat ook een verkeerd signaal wat betreft de betrouwbaarheid van de overheid. Ondernemingen moeten erop kunnen vertrouwen dat regels niet ineens veranderen.

Kortom: energie moet betrouwbaar, duurzaam en betaalbaar zijn. Dat vraagt voorlopig, naast het vergroten van de energieefficiency en het structureel uitbreiden van het aandeel hernieuwbare energie, om een mix van verschillende fossiele energiedragers. Gebruik van kolen kan daarin prima passen als we de warmte die vrijkomt bij opwekking van elektriciteit niet verloren laten gaan maar benutten voor verwarming, de uitstoot van CO₂ terugdringen (CCS) en biomassa bijstoken. Door die laatste twee te combineren bieden de nieuwe centrales op termijn de mogelijkheid CO₂ uit de lucht te halen.